Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Lieve Willemijn

Internationalisering

Lieve Willemijn,

Ik was laatst op een bijeenkomst waar werd gesproken over de internationalisering van de universiteit. Nu werk ik zelf in een opleiding, waarvan veel afgestudeerden uiteindelijk in Nederland hun emplooi vinden. Moeten wij dan toch mee in de internationaliseringsbeweging?

Groet,
C.


Beste C.,

De internationaliseringsbeweging… tsja… Soms denk ik wel eens dat ‘internationalisering’ een soort toverwoord is, dat vooral bij de bestuurders en beleidsmakers erg populair is. Ik denk dat een deel van het probleem hier is dat ‘internationalisering’ zo’n breed begrip is en daarmee veel te abstract is. Welke invulling moeten wij aan ons onderwijs geven als we mee moeten doen met ‘de internationalisering’? Wanneer ik in mijn directe omgeving kijk zie ik dat het debat over internationalisering vaak emoties oproept, en dan gaat vooral om de vraag of het onderwijs in het Engels moet worden gegeven. En ik moet je eerlijk zeggen, ik denk regelmatig met lichte weemoed terug aan de tijd dat een Nederlandse docent in zijn cursus enthousiast uitbracht ‘I can see it totally in front of me!’

Maar op een serieuzere noot én om in de zelfde stijl te blijven: ‘Maybe we also have to look further than our nose long is.’. Dat (een deel van) de samenleving steeds internationaler georiënteerd is, staat buiten kijf. Binnen het onderwijs is het allereerst van belang om te weten waarom je iets op het terrein van internationalisering wilt doen. En dat kan per opleiding of discipline verschillend zijn. Om te weten of en hoe je mee moet in de internationaliseringsbeweging kun je jezelf als opleiding een aantal vragen stellen, bijvoorbeeld:

  • Moeten studenten in hun toekomstige professionele beroepspraktijk, al is die vooral binnen Nederland, ook over internationale ervaring en competenties beschikken?
  • Zijn de wetenschappelijke ontwikkeling van het vakgebied en de onderzoekspraktijk internationaal en vinden we het van belang dat studenten daar kennis mee maken?
  • Heeft een internationaal diverse studentenpopulatie, door de confrontatie met verschillende ervaringen en perspectieven, een meerwaarde voor de kwaliteit van mijn onderwijs?
  • Willen we als discipline vooral op het nationale of ook op het internationale toneel een rol spelen?
  • Willen we met onze (master)opleidingen ook goede internationale studenten aantrekken voor toekomstige onderzoeksfuncties in Nederland?

Als je op dat soort vragen een antwoord hebt, kun je afwegen of je inzet op meer of geheel Engelstalig onderwijs, meer internationale uitwisseling, het aantrekken van buitenlandse staf en studenten en/of een grotere aandacht in het onderwijs voor de internationale dimensie van het vakgebied.
Maar hierbij zou ik wel willen zeggen: begin (en houd het) klein, laat je niet gek maken door ambitieuze internationaliserings-doelstellingen. Een goede band en fijne samenwerking met jouw buitenlandse collega (bijv. uitwisseling van studenten binnen jullie cursussen) staan altijd aan de basis van betekeningsvolle internationalisering. Het gaat er dus niet zozeer om dat je mee moet gaan met de internationaliseringsbeweging en het Nederlands of de Nederlandse beroepspraktijk over boord zet, maar dat je inzet op die internationalisering die voor jouw vakgebied en voor jouw studenten van belang is.

Liefs, Willemijn

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.