Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

TAUU Magazine

5 vragen aan genomineerde DocentenPrijs: Stefan Soeparman

Stefan Soeparman krijgt 5 vragen voorgeschoteld door Nienke Kuijpers, genomineerd voor de DocentTalent-prijs. 2017.

Kuijpers: “Op welke onderwijssituatie kijk je met spijt, schaamte of tranen van het lachen terug?”

Soeparman: “Geen spijt of schaamte maar wel tranen, hoewel niet van het lachen. Betrokkenheid bij anderen is iets wat ik bijzonder belangrijk vind in het leven. Toen mijn masterstudenten vorig jaar ter ore kwam dat ik in mijn priveleven door familieomstandigheden nogal een moeilijke tijd doormaakte, hebben zij allen geld ingelegd voor een cadeau om me een hart onder de riem te steken. Ik was daardoor zeer diep geroerd.”

K.: “Maandagochtend, 9.00 uur. Een grijze, koude winterdag. Hoe motiveer je de studenten op zo’n dag?”

S.: “Ik probeer studenten voor ik ze wat leer eerst te enthousiasmeren. Aangezien ik een ochtendmens ben – ik begin zelf doorgaans om 7.15 – heeft dat als voordeel dat ikzelf ‘s ochtends ook redelijk energiek voor de groep kan staan. In combinatie met veel interactie werkt dat meestal wel. ”

K.: “In hoeverre kruisbestuiven jouw onderzoek en onderwijs elkaar?”

S.: “In mijn proefschrift staat het leren in complexe beleidsnetwerken centraal. Vaak hebben pogingen tot het ‘laten leren’ een erg instrumenteel en cognitief karakter. Er worden inhoudelijke ambities geformuleerd die men stapsgewijs en doelgericht probeert te verwezenlijken door vooral het verstand van partijen aan te spreken. Niet zelden vallen de resultaten dan tegen. De werkelijkheid is weerbarstig en het leervermogen lijkt dan laag. ‘Verbeelding’ en verbinding van partijen rondom een gemeenschappelijke verwondering lijken (naast andere dingen) vaak nodig voordat het eigenlijke leren op gang kan komen. In mijn eigen onderwijs probeer ik die inzichten bijvoorbeeld toe te passen door de leerstof in elk geval in hoorcolleges niet direct te behandelen, maar in een veel bredere maatschappelijke context te plaatsen en analogieën te schetsen met thema’s die voor studenten vreemd zijn. Zo verwijs ik vaak naar thema’s en symbolen in de schilderkunst omdat die vaak een spiegel zijn voor de samenleving. Hoewel de (leer)doel – middel relatie daardoor indirecter is, verwondert het studenten en dwingt het hen in mijn ervaring veel actiever na te denken over wat hen wordt aangereikt. Zoals de bekende socioloog Mills schreef is ‘thinking yourself away from the familiar routines of daily life’ volgens mij essentieel, zowel in onderzoek als voor een optimale leerervaring van studenten.

K.: “Wat doen met een heterogene groep waar een paar uitmuntende en een paar zeer zwakke studenten erbij zitten?”

S.: “Mijn cursussen zijn veelal moeilijk. Zelfs goede studenten moeten vaak veel moeite doen om redelijke cijfers te kunnen halen. Ik toets dat door studenten wekelijks individuele opdrachten te laten inleveren. Zo ontstaat snel een beeld van studenten in een cursus. Studenten die extra hulp nodig hebben kunnen dat krijgen doordat mijn vakken een wekelijks niet verplicht spreekuur kennen. Studenten leveren daarvoor zelf vragen aan over delen van de stof die ze niet begrijpen. Deze worden vervolgens in de groep bediscussieerd en ik geef feedback. Het werkt dus twee kanten op: als studenten meer investeren krijgen ze meer hulp.”

K.: “Wat doe jij denk je anders dan andere docenten om voor deze prijs genomineerd te zijn?”

S.: “Ik denk dat goed onderwijs vereist dat studenten worden uitgedaagd én zij het gevoel hebben dat zijzelf en hun inspanningen worden gezien. Je moet trots op je zelf kunnen zijn als je een cursus hebt behaald. De lat moet dus inhoudelijk hoog liggen. Het is echt niet erg om 40 uur per week met je studie bezig te moeten zijn. tegelijkertijd probeer ik studenten ook het gevoel te geven dat ze daarin niet alleen staan en ik ze daarin begeleid. Zeker op masterniveau behandel ik studenten niet meer als studenten maar als jonge professionals. Ze hebben een verantwoordelijkheid zich maximaal in te spannen. Naarmate ze dat meer doen kunnen van mij verwachten dat ik dat beloon met aandacht: feedback op hun werk, maar ook hun bredere persoonlijke ontwikkeling en belangstelling voor hun persoon.”


14 maart 2017

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.