Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Het eerste semester van een beginnend docent: “Binnen drie weken stond ik voor de klas”

Mijn avontuur startte eind januari. Ik werd gemaild met de vraag of ik interesse had om werkgroeponderwijs te verzorgen voor de vakken diagnostiek en behandeling bij de opleiding pedagogische wetenschappen. Omdat – in tijden van crisis op de arbeidsmarkt en bezuinigingen in de zorg – de banen voor beginnend orthopedagogen niet voor het oprapen liggen, was mijn reactie direct positief. Een eerste kennismaking werd direct geregeld. Alles ging vanaf dat moment zo snel dat ik nauwelijks kon bevatten waar ik aan begon. Bij het eerste gesprek bleek dat de functie op zeer korte termijn inging. Binnen drie weken zou ik als docent voor een groep, hopelijk enthousiaste, pre-masters staan. Mijn start als docent was dus een sprong in het diepe, waarbij gevoelens van enthousiasme, motivatie en onzekerheid zich in de aanloop naar de eerste werkgroep afwisselden.

Al snel bleek het docent zijn een heel verschil met het student zijn. Direct na mijn aanstelling begon ik aan een korte periode van inwerken. Ik moest mezelf de stof ‘eigen maken’. Gelukkig had ik de opleiding zelf afgerond en kende ik de literatuur daardoor al redelijk. Echter neemt dat niet weg dat het plots heel anders is om voor de klas te staan in plaats van erin te zitten. In plaats van literatuur bestuderen met als doel kennis tot je te nemen, lag nu de nadruk ineens op kennis overbrengen. Hierdoor kreeg ik het gevoel en de instelling dat ik alles perfect en tot in de kleinste details moest weten en kunnen.

Tijdens mijn eerste werkgroep bleek al snel dat alles weten en kunnen een utopie is. Mijn eerste kennismaking met de studenten verliep prettig. Ik realiseerde me al snel dat ik meer kennis en ervaring had dan mijn studenten. Toch kon ik niet alle vragen vanuit de groep beantwoorden. Ik was gespannen en bang dat studenten mij als te jong en onervaren zouden zien, en mij na de eerste werkgroep direct zouden afschrijven. Gelukkig bleek het tegendeel waar. Naarmate de werkgroepen verstreken merkte ik dat het me telkens gemakkelijker af ging. Het overbrengen van kennis verliep steeds soepeler en ik durfde de dialoog met studenten steeds meer aan te gaan. Ik ervoer daarnaast dat het voor studenten niet uitmaakt dat je jong bent en niet alles direct weet. Wat voor mijn studenten veel belangrijker bleek was mijn houding. Hoewel een bepaalde mate van ervaring door studenten gewaardeerd wordt blijkt dat studenten ook andere kenmerken van een docent belangrijk vinden, zoals openheid, eerlijkheid, afspraken nakomen, iets voor de studenten over hebben, en hard werken. Kennis is belangrijk maar in mijn eerste weken heb ik geleerd dat er veel meer bij het docentschap komt kijken dan alleen kennis. Het gaat uiteindelijk om de inspanning en de inzet die je levert.

Kortom, een sprong in het diepe is het zeker geweest, maar ik heb in een korte tijd veel geleerd. Ik ben gegroeid als professional, maar ook als mens. Ik heb meer kennis dan voorheen, sta steviger in mijn schoenen, en mijn enthousiasme voor het docentschap is alleen maar groter geworden. Al met al klinkt het wellicht cliché, maar ik sluit mijn stuk af met de volgende zin: “Ik had deze ervaring voor geen goud willen missen”.


31 mei 2016

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.