Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Hoe ik flip

 

In mijn vorige blog sprak ik over voordelen van het sterke concept Flipping the Classroom en wat het je oplevert als docent of trainer. Momenteel ben ik aan de slag met een herontwerp klus van een bestaande cursus. Een uitdagende klus vind ik dat, van iets moois nog iets mooiers maken!

Ik hanteer bij herontwerp vaak het model van Gerstein (2011). Gerstein verdeelt een vak in vier fasen en beschouwt deze fasen als een cyclus die zich steeds kan herhalen. Wanneer je bijvoorbeeld in je huidige vak 8 hoorcolleges hebt gepland met daaraan gekoppeld werkcolleges, kun je ervoor kiezen om de fasen 8x (of minder) te laten herhalen. Van belang is in ieder geval dat je alle fasen van de cyclus doorloopt. Wat houden die fasen in? Ik zal het je vertellen:

Fase 1: Gezamenlijke start

Allereerst het maken van een gezamenlijke start met je studenten en je cursus. In mijn ogen de allerbelangrijkste stap! Dit is namelijk het ultieme moment om je studenten te enthousiasmeren en te prikkelen. Plan bijvoorbeeld een introductiecollege waarin je de (vernieuwde) opzet bespreekt. De koppeling tussen de kennisclips – hoorcolleges – werkcolleges. Dit is eenmalig. Vervolgens introduceer je je vak. Wat ga je ze leren? Welke onderwerpen ga je bespreken? Maak je studenten nieuwsgierig, zodat je ze verleidt om (zelfstandig) verder te leren. Hiermee bereik je commitment en het bevordert de kijkcijfers van je kennisclips. Fase 1 herhaalt zich bij het aansnijden van een nieuw onderwerp van je vak. Je kunt het beschouwen als een terugkerende routine van hoorcolleges in ‘de oude opzet’.

Fase 2: Zelfstandig thuis aan de slag

In deze fase laat je studenten zelfstandig aan de slag met de leerstof. Je studenten gaan, buiten de colleges om aan de slag met de concepten en begrippen die zij tijdens fase 1, in je introductiecollege hebben ervaren. Zo kunnen ze kijken wat experts te vertellen hebben over het onderwerp of verkennen ze een achterliggende theorie met een (door jou) zelfgemaakte kennisclip of bestaand materiaal. Maak gebruik van de mogelijkheid tot differentiëren. Niet iedereen hoeft thuis hetzelfde te doen. Nodig studenten uit vragen te stellen aan elkaar of aan jou, op de manier waarop jullie dat gewend zijn (Blackboard, mail, etc.).

Fase 3: Zelfstandige verwerking van de leerstof gedurende je werkcolleges

Vervolgens verwerken studenten de leerstof uit fase 1 en 2. Ze doen dat met opdrachten, die hen aan het denken zetten om zo het geleerde toe te passen. Je kunt de activiteiten uit fase 2 en 3 gelijktijdig plannen, of elkaar laten afwisselen. Geef bijvoorbeeld tijdens een kennisclip een opdracht (met feedback), waarna de kennisclip weer verder gaat (opknippen). Of geef een (online) demonstratie met observatie-opdrachten. Of bied een korte instructie over afwegingen in een bepaald dilemma, laat studenten een casus oplossen en geef daarna hints voor oplossingen. Fase 3 kent tal van mogelijkheden, daarom vind ik fase 3 het interactiefst waarin je veel van jezelf kwijt kunt qua werkvormen en oefeningen. Maar net waar jij als docent de voorkeur aan geeft.

Fase 4: Samen afronden 

En dan nog de cirkel rond maken. Nu proef je direct de voordelen van Flipping. In deze fase kun je namelijk optimaal differentiëren, interactie bevorderen of gezamenlijk conclusies trekken. En dat allemaal in de ‘vrijgekomen’ tijd. Maak ook kun je samen een complex probleem gaan oplossen. Of door gerichte individuele begeleiding en feedback te geven. Waar het om gaat is dat je de ‘gewonnen tijd’ optimaal benut, doordat je via het toepassen van fase 2 en 3 minder tijd kwijt bent aan instructie geven. Succes!

Deze blog verscheen eerder op de persoonlijke LinkedIn-pagina van Martine Geertsma


9 juni 2016

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.

Gerelateerd