Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Docent in the Picture

Docent in the picture – Maarten Frens

Jullie zijn van ons gewend dat de rubriek Docent in the picture om een UU-er draait. Deze keer maken we echter een uitzondering op deze regel. Onze gasthoofdredacteur Ignace Hooge is groot bewonderaar van Maarten Frens. Hij zet daarom graag deze hoogleraar Systeem Fysiologie aan het Erasmus Medisch Centrum en founding dean van het Rotterdamse University College in de spotlights, omdat het volgens hem een inspirerende docent is. Ignace Hooge: “Vroeg in mijn carrière als docent heb ik lekker bij hem af zitten kijken. Ik ben heel benieuwd wat Maarten vindt van meer transparantie en dus meer regels en rapportageplicht in het onderwijs. Moeten we bang zijn voor eenheidsworst of maak ik me teveel zorgen?”

Opleidingsdirecteur van een volledig nieuw programma

Maarten Frens-1 (1)Maarten Frens heeft eigenlijk het grootste deel van zijn universitaire loopbaan, van postdoc tot hoogleraar, in Rotterdam doorlopen, Tijdens zijn carrière bemoeide hij zich altijd al veel met onderwijs(vernieuwing) Uiteindelijk is hij vanaf 2011 hij benoemd tot opleidingscoördinator van de Bachelor geneeskunde. Op zijn 44e is hij gaan rekenen. Maarten: “op mijn 22e liep ik mijn eerste stage in het lab, en ik bedacht dat ik nog ongeveer tot mijn 66e door moest. Dus het is ook wel eens leuk om te kijken wat er zich buiten het lab bevindt. Dat bracht mij bij het Erasmus University College. De oprichting hiervan was een initiatief van het college van bestuur. Ik werd uitgenodigd voor de brainstorm sessies. Dat was in eerste instantie in groepen van wel honderd man tegelijk, die dan in sub-groepjes met gele stickers werkten. De groepjes werden met de loop der tijd steeds kleiner, maar ik bleef gevraagd worden. Ik merkte dat ik dit heel erg leuk vond en heb zodoende op de advertentie voor Dean van het Erasmus University College gesolliciteerd. In april 2013 ben ik aangenomen, niet alleen als Dean, maar ook als opleidingsdirecteur.“

De eerste vijf maanden van zijn aanstelling draaiden volledig om het opstarten van het programma. In vijf maanden moest het onderwijs concreet worden gemaakt, want in september 2013 ging de eerste groep van start. Hoe pakt hij dit aan, met behoud van kwaliteit van het onderwijs? Maarten: “Het voordeel is dat er alleen een eerste jaar is. Daarnaast hebben we gezegd dat we, helaas, toen in het eerste jaar nog geen keuze mogelijkheden konden aanbieden voor studenten, dat gaat anders niet lukken. Ik heb een rondje langs alle decanen gemaakt, en de acht beste docenten die ik kon vinden gevraagd om zo’n cursus te coördineren. Daarnaast heb ik iemand aangenomen voor het skills onderwijs. Opleidingsdirecteur zijn van een nieuw programma is zoveel makkelijker dan opleidingsdirecteur zijn van een bestaand programma, en daar je eigen stempel op willen drukken. Bij geneeskunde was ik kapitein van een grote mammoettanker. En die gaat wel vooruit, maar is moeilijk van de ingezette koers af te brengen. En nu ben ik kapitein van een klein speedbootje. Dus het is allemaal wat kleinschaliger, minder imposant, maar heel veel wendbaarder. Gelukkig zijn we uiteindelijk niet omgeslagen. Er zaten een hoop spannende keuzes in, maar het is uiteindelijk allemaal erg goed verlopen.“

Een eigen stempel op het onderwijs

Als founding Dean én opleidingsdirecteur kan je een behoorlijke stempel drukken op het onderwijs. Op welke manier zijn we de afdruk van Maarten Frens in het onderwijs? Maarten: “Ik hoop, of eigenlijk ik denk – maar ik vind het lastig om dat te zeggen, want er is nou eenmaal geen controle groep – dat we gecentreerd zijn rondom de studenten, en daar zachtaardig in zijn. En tegelijkertijd dat we ook duidelijk zijn. Verder zijn we kleinschalig en persoonlijk. Ik ken alle studenten bij hun voornaamnaam, daar studeer ik ook op voor ze binnen komen. En afgelopen maandag heb ik nog gekookt voor de winnaars van de pubquiz.

Het meest kenmerkende van de opleiding is verder het activerende onderwijs. Hierdoor heb ik een opleiding gemaakt die denk ik niet voor iedereen is. Studenten moeten eager to learn zijn. Ze moeten er niet van schrikken als er weken bijzitten waar je tot 50 uur aan je studie besteed. Ondanks dat onze studenten ook echt kunnen feesten, moet je studie wel echt op de eerste plaats staan. Als student bij ons kun je niet zomaar achterover leunen, maar moet je zelf actief bezig zijn om informatie te verzamelen. Studenten voelen zich op deze manier meer eigenaar van hun onderwijs. Een voorbeeld is dat veel van ons onderwijs gebaseerd is op het oplossen van problemen. Studenten komen bij elkaar om op een gestructureerde manier te ontdekken welke informatie ze nog missen om een bepaald probleem te behandelen. Dan gaan ze uiteen, en zoeken ze in een aantal dagen van zelfstudie deze bronnen op. Vervolgens komen ze weer samen om aan de hand van wat ze gevonden hebben er een intelligente discussie over te kunnen voeren. Studenten moeten constant laten zien hoe ver ze zijn gekomen, en daarop reflecteren. Wij proberen vooraf aan studenten duidelijk te maken dat onze opleiding deze bepaalde instelling vraagt. En er zijn ook telkens studenten die zeggen, ik heb liever een docent die alles voor me uitlegt, en dan schrijf ik het wel op en leer ik het uit mijn hoofd. En die, die gaan in Utrecht studeren, zegt Maarten met een knipoog.

Eenheid in het programma

Hoe zit het in jouw opleiding met de eenheidsworst waar Ignace Hooge zo bang voor is? Maarten: “Ik wil weldegelijk wat eenheid in het programma hebben. Ik vind dat je als opleiding mag zeggen; er zijn een paar leidende principes, en daar heb je je als docent maar aan te houden. En tegelijkertijd vind ik ook dat je de cursus moet geven die zo goed mogelijk passend is bij die cursus. Dit is veel werk achter de schermen geweest.

Ik vind dat als een student aan de cursus begint, hij van te voren goed moet weten waar hij aan toe is. Bijvoorbeeld welk onderwijs hij gaat krijgen, en welke manier van toetsing. Op een aantal dingen heb ik gehamerd. Bijvoorbeeld het format voor sc
ripties, en hoe die beoordeeld worden. Hier is een formulier voor, met hier en daar wat aanpassingsruimte voor de docent. En die moet gepubliceerd zijn, nog voor de cursus gestart is. Voor toetsing is er een toetsmatrijs, de toets moet over de gehele stof gaan, en er moeten kennis-, begrips-, en creatieve vragen inzitten. En ik vind dat de student er altijd van uit mag gaan dat die dingen terugkomen in een toets. Een opleiding moet meer zijn dan een federatie van onafhankelijke docenten, die allemaal zijn eigen stokpaardjes berijden.

Transparantie.

Transparantie is een eufemisme voor bureaucratie. Als je namelijk kijkt naar wat transparantie is, dan betekent dat dat alles altijd voor iedereen duidelijk en herleidbaar moet zijn. En de enige manier waarop je dat kan doen is zeggen: we hebben algemene regels en die gelden voor iedereen, zodat we altijd terug kunnen laten zien: dit is hoe wij werken. En dat betekent dat je of een vrij harteloos systeem krijgt, of een systeem met een miljoen kleine regeltjes, om alle uitzonderingen in een regel te vatten. Denk aan Anna Kerenina: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze”. Alle gelukkige studenten zijn hetzelfde, maar alle ongelukkige hebben een ander verhaal. Dan vind ik het best dat je soms iets minder transparant kan zijn, en soms op basis van intuïtie en het in ogenschouw nemen van de hele situatie mag beslissen. De menselijke maatstaven moeten er namelijk ook blijven. Ik zorg voor dit evenwicht door een aantal waardes toe te wijzen aan het onderwijs, die ik belangrijk vind. Waardes die volgens mij duidelijk in dit interview terugkomen. Zoals, dat het activerend is, dat bij toetsing het hele boek getest wordt, etc. Dat zijn grote algemene regels, geen wetboek, maar de spreekwoordelijke tien geboden. En daar dient een docent zich aan te houden. En dan is het mijn taak om te zorgen dat dit ook gebeurt, docenten kunnen immers net zulke grote ratten zijn als studenten. Sommigen proberen zich ook langs alle buitenkanten van de regeltjes te wringen.


29 oktober 2015

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.