Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Best practices in online werkgroepen

Voorafgaand aan de eerste lockdown waren wij bezig met het interviewen van collega-docenten over hun best practices in face-to-face onderwijs. Ons project kreeg een onverwachte wending toen we allemaal noodgedwongen moesten overstappen naar grotendeels of volledig online onderwijs. We hebben de interviews voortgezet, maar nu met de focus op online best practices. We hebben 10 docenten aan de UU gesproken, en in deze blogpost vatten we hun tips en ideeën samen. In de interviews hebben we de docenten een aantal situaties voorgelegd die veel voorkomen (op basis van wat we bijvoorbeeld hier op de TAUU website lezen) en de docenten gevraagd wat ze in deze situaties zouden doen als het zou gebeuren in een online werkgroep.

Laat ons vooral jullie ideeën weten over deze best practices! Zijn er dingen die je anders gaat aanpakken dit blok?

Geschreven door Anouschka van Leeuwen en Charlotte van Brakel,
met dank aan Gemma Corbalan en Janneke van de Pol

Hoe houd je de groepssfeer energiek en positief?

Ondanks dat je studenten de ruimte wil geven om met elkaar en met jou te praten over deze situatie of over de ‘normale dingen’ van het leven, geven de geïnterviewde docenten ook aan dat het belangrijk is dat de focus niet ligt op de vervelende situatie. Zij zeggen dat ze nog steeds grapjes maken in de werkgroepen en dat de sessies vooral niet te serieus horen te zijn. Docenten geven aan dat korte afwisselende werkvormen helpen om de sfeer energiek te houden.

Hoe zorg je ervoor dat studenten actief meedoen tijdens de werkgroep?

Docenten geven aan dat ze vooral van te voren goed duidelijk maken dat ze verwachten dat studenten hun camera aan hebben en dat ze bij het uitblijven van respons willekeurig studenten zullen aanwijzen. Op deze manier zijn studenten erop voorbereid dat ze mogelijk onverwachts moeten spreken of hun camera moeten aanzetten. (Uiteraard met inachtneming van persoonlijke redenen waardoor studenten hun camera soms niet aan kunnen of willen zetten.)

Om de interactie extra te stimuleren maken veel docenten gebruik van Mentimeter of de Teams-chat. 

Hoe houd ik goed zicht op hoe het ervoor staat met het inhoudelijk begrip van de stof?

De docenten die we gesproken hebben merkten eigenlijk pas goed hoe belangrijk de face-to-face bijeenkomsten waren voor het monitoren van hun studenten toen die mogelijkheid er niet meer was. Het simpelweg rondlopen in een werkgroepruimte en daarbij luisteren naar de discussies tussen de studenten gaf de meest waardevolle informatie over het begrip van de stof. Dat kan nu niet meer, dus hoe zorg je als docent dan toch dat je grip houdt op de situatie? Uit de interviews met de docenten konden we een aantal tips destilleren over hoe je de werkgroep kan opbouwen zodat je expliciete mogelijkheden creëert om het inhoudelijk begrip te monitoren. Deze tips zijn samengevat in de figuur hieronder.

(1) De eerste tip is om aan het begin van de werkgroep voldoende aandacht te besteden aan persoonlijk contact met je studenten. Door een veilige omgeving te creëren waarin studenten zich gezien voelen, is de kans groter dat studenten zich daarna gemotiveerd voelen om inhoudelijk aan de slag te gaan, en zullen ze een minder hoge drempel ervaren om je te benaderen als ze een (inhoudelijke) vraag hebben. Juist omdat je als docent niet alles kan zien, is het fijn als studenten zelf naar je toe komen met hun vragen. Aandacht besteden aan persoonlijk contact kan door een extra inloopmoment te creëren en/of door aan het begin van de werkgroep met wat polls na te vragen hoe het met studenten gaat en op basis daarvan een gesprek aan te knopen.

Een hieraan gerelateerde tip is om studenten de ruimte te geven om off-topic zaken te bespreken. Zo bied je studenten ondanks de situatie de ruimte om elkaar beter te leren kennen en zich te uiten. De break-out groups zijn hier een goede optie voor. Het is fijn voor studenten om te weten dat hun welzijn voorop staat, dat geeft ze daarna meer ruimte om inhoudelijk bezig te zijn met de stof.

(2) De tweede tip is om zoveel mogelijk te werken met break-out group activiteiten. De reden is dat het meeluisteren met discussies de meest waardevolle bron van informatie blijft. Omdat je niet alle groepen tegelijk kunt “zien”, is het handig om expliciete manieren te creëren om toch op de hoogte te blijven. De eerste is om studenten een samenvatting te laten geven aan de hele groep (zie tip 3). Dat kan je doen door iemand als voorzitter aan te wijzen. Een bijkomend voordeel van het aanwijzen van voorzitters in groepen is dat je hiermee kunt zorgen dat al je studenten – ook degenen die geneigd zijn zich terug te trekken – actief mee kunnen doen met de werkgroepen.

Verder kun je de groepjes aan een concreet product laten werken zoals een padlet of google doc, waardoor je de discussie (achteraf) nog een keer kunt bekijken. Je hebt dan een tastbaar product dat dient als een soort notulen van de discussie.

(3) In de plenaire afsluiting kun je de input van de groepjes verzamelen en groepjes op elkaar laten reageren. Ook kun je eindigen met polls om wat inhoudsbegrip te toetsen of centrale constructen nog een keer te bespreken.

Daarnaast kun je, net als voor de start van de werkgroep, ook eindigen met een inloopmoment(of in dit geval.. uitloopmoment). Studenten kunnen dan direct bij je terecht met eventuele vragen. Door dit in een openbaar kanaal te doen, kunnen studenten het zien als hun peers blijven hangen in het Teams-kanaal. Net als in de werkgroepruimte kan dat een aanzuigende werking hebben en de drempel voor anderen verlagen om ook aan te sluiten. 


23 april 2021

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.

Gerelateerd